Millenniumdoel 5

Verbetering van de gezondheid van moeders

Millenniumdoel 5

Driekwart minder moedersterfte
Jaarlijks overlijden honderdduizenden vrouwen aan de gevolgen van hun zwangerschap. Bloedingen, infecties en een hoge bloeddruk zijn veel voorkomende doodsoorzaken die met goede medische hulp en kraamzorg voorkomen kunnen worden. Als vijfde millenniumdoel is bepaald dat moedersterfte in 2015 met driekwart moet zijn teruggebracht ten opzichte van 1990.

 

Toegang tot reproductieve gezondheid
Vaak is moedersterfte het gevolg van illegale en gevaarlijke abortussen. Beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen en toegang tot veilig uitgevoerde abortus is daarom van levensbelang. Net als het recht van vrouwen om zelf te beslissen over haar eigen seksualiteit en het al dan niet krijgen van kinderen. Dit wordt reproductieve gezondheid genoemd. Uiterlijk in 2015 moeten alle vrouwen hier toegang toe hebben.
______________________

Voortgang
(laatste update: juli 2011)

Vooruitgang, maar nog niet genoeg
In 1990 overleden in de ontwikkelingslanden naar schatting 546.000 vrouwen aan complicaties tijdens zwangerschap en geboorte. In 2008 waren dat er nog steeds ongeveer 358.000. Bijna alle moedersterfte (87 procent) vindt plaats in Sub-Sahara Afrika en Zuid-Azië.

Het sterftecijfer (aantal sterfgevallen per 100.000 geboortes) daalde in de ontwikkelingslanden van 440 naar 290. Dit is weliswaar een daling van ruim een derde, maar als dit tempo zich voortzet zal het doel in 2015 niet worden gehaald. In Sub-Sahara Afrika daalde het sterftecijfer van 870 in 1990 naar 640 in 2008, in Zuid-Azië in diezelfde periode van 590 naar 280, Oost-Azië van 110 naar 41, Noord-Afrika van 230 naar 92 en Latijns-Amerika van 130 naar 80. Ook in de ontwikkelde landen liep het sterftecijfer terug, van 26 naar 17.

Meer begeleide bevallingen
Het exacte sterftecijfer is soms moeilijk te bepalen vanwege onvolledige of onbetrouwbare cijfers. Daarom kijkt men ook naar het percentage bevallingen dat onder deskundige begeleiding plaatsvindt. Dit is een van de cruciale stappen bij het verlagen van moedersterfte en is makkelijker te meten.

In de ontwikkelingslanden is dit percentage gestegen van 55 procent in 1990 tot 65 procent in 2009. Vooral in Noord-Afrika en Zuidoost-Azië is forse winst geboekt. In Oost-Azië worden nu net zoveel vrouwen deskundig begeleid rond hun bevalling als in de westerse wereld, namelijk 99 procent. Maar in Sub-Sahara Afrika en Zuid-Azië is nog steeds bij de helft van alle geboorten geen arts of verpleegkundige aanwezig.

Ook is het percentage vrouwen dat minstens één keer gedurende de zwangerschap door een arts of verloskundige werd onderzocht flink gestegen, van 64 procent van de vrouwen in 1990 tot 81 procent in 2009. Hoewel dat een aanzienlijke verbetering is, schrijven de WHO en UNICEF tenminste vier controles tijdens de zwangerschap voor. In Afrika ten zuiden van de Sahara voldoen maar vier op de tien zwangere vrouwen aan deze norm.

Tienermoeders
Het terugbrengen van het aantal zwangerschappen onder tienermeisjes draagt bij aan verlaging van zowel moeder- als kindersterfte. Het aantal geboorten bij tienermeisjes is geleidelijk afgenomen, van gemiddeld 65 geboorten per 1000 vrouwen in 1990, tot 54 in 2008. In Zuid-Azië is het aantal zwangerschappen onder tienermeisjes flink gedaald van 89 geboorten per 1000 vrouwen naar 53. In Sub-Sahara Afrika ligt het aantal geboorten onder tienermeisjes nog steeds erg hoog (122 per 1000 vrouwen, dat was 124 in 1990).

______________________

Meer informatie

– Millennium Development Goals Report 2011 (Rapport VN)
– Update cijfers moedersterfte Millennium Development Goals report 2010
– Rapport ‘Trends in maternal mortality 2010‘, (van o.a. WHO en Unicef)
– The Millennium Development Goals Report 2010
– Onderzoek medisch vakblad The Lancet (april 2010)
– Rapport Maternal Mortality in 2005

______________________

Officiële omschrijving van millenniumdoel, subdoelen en indicatoren

Goal 5: Improve maternal health

Target 5.A: Reduce by three quarters, between 1990 and 2015, the maternal mortality ratio

5.1 Maternal mortality ratio
5.2 Proportion of births attended by skilled health personnel

Target 5.B: Achieve, by 2015, universal access to reproductive health

5.3 Contraceptive prevalence rate
5.4 Adolescent birth rate
5.5 Antenatal care coverage (at least one visit and at least four visits)
5.6 Unmet need for family planning